- 30
- Sep
Droge type transformator gebruikershandleiding instructie # Hoe gebruik je een droge transformator?
VOORUIT
Dank u voor het kiezen van de door ons bedrijf geproduceerde droge transformator.
U hebt gekozen voor een droog type transformatorproduct met een laag geluidsniveau, laag verlies, sterke overbelastingscapaciteit, hoge mechanische sterkte en betrouwbare elektrische prestaties.
Om u in staat te stellen dit product effectief en betrouwbaar te gebruiken, dient u het product te installeren, inspecteren en onderhouden volgens de inhoud van deze handleiding.
CATALOGUS
Productoverzicht
Arbeidsvoorwaarden
Hoofd technische parameters
Model Omschrijving
Beschrijving van het productsysteem:
Productverpakking en transport
Inspectie en acceptatie
Visuele inspectie vóór installatie
Inspectietest voor ingebruikname
Netwerkwerking
Onderhoud
Veiligheid is belangrijk
1. Productoverzicht
SCB-serie harsgeïsoleerde droge stroomtransformatoren hebben de voordelen van veiligheid, betrouwbaarheid, energiebesparing en eenvoudig onderhoud. Gezien de economische veiligheid en de toepasbaarheid in het milieu, heeft deze serie transformatoren brede toepassingsmogelijkheden. Het productontwerp is geavanceerd, het proces is streng en de test is perfect. De hoogspanningswikkeling maakt gebruik van hoogwaardige geleiders en uitstekend isolatiemateriaal gemaakt door vacuümgieten en uitharden. De laagspanningswikkeling is gewikkeld met hoogwaardig foliemateriaal en de ijzeren kern is gemaakt van hoogwaardige koudgewalste siliciumstaalplaat met hoge doorlaatbaarheid, die is gemaakt met uitstekende technologie. Daarom heeft het product een hoge mechanische sterkte en elektrische sterkte, en heeft het zeer goede warmteafvoerprestaties, het product heeft een kleine gedeeltelijke ontlading, hoge betrouwbaarheid, lange levensduur, geen vochtopname, vlamvertragend, explosieveilig, geen vervuiling, weinig verlies , Lichtgewicht, automatische temperatuurregeling bespaart installatieruimte, onderhoudskosten en elektriciteit. Het kan doordringen in het laadcentrum en is geschikt voor stedelijke bouw, hoogbouw, commerciële centra, woonwijken, amusements- en sportcentra, ziekenhuizen, toeristengebouwen, luchthavens, havens, treinstations, metro’s, snelwegtunnels voor civiele luchtverdediging , petrochemische bedrijven, elektrochemische bedrijven, voedingsindustrie, rioolwaterzuivering, offshore olieplatforms, mijnen en andere plaatsen.
2. Arbeidsomstandigheden
2.1 De hoogte van de installatieplaats mag niet groter zijn dan 1000 m en de omgevingstemperatuur mag niet hoger zijn dan 40°C (speciale aanpassingen kunnen worden gemaakt als deze vereiste wordt overschreden).
2.2 Gebruiksomgeving: relatieve vochtigheid 100%, omgevingstemperatuur: +40°C tot -5°C (-5°C is geschikt voor binnentransformatoren).
2.3 Dit product is over het algemeen een binnentype. De installatieplaats moet schoon zijn,
vrij van vreemde stoffen, stof en corrosief gas, en heeft goede ventilatieomstandigheden. Als het in een kelder of andere slecht geventileerde plaatsen wordt geïnstalleerd, moet het probleem van geforceerde ventilatie worden overwogen. Het verlies van dit product is per IKW ( nullastverlies + lastverlies) ongeveer 3-4 m3/min ventilatie.
2.4 Wanneer het product is geïnstalleerd, moet de behuizing over het algemeen 800 mm verwijderd zijn
van de muur en andere obstakels, en er moet een afstand van 300 mm . zijn
tussen aangrenzende transformatorbehuizingen.
2.5 Onder normale omstandigheden kan de transformator direct op de plaats van gebruik worden geplaatst en na installatie en inspectie in bedrijf worden genomen. Voor situaties met anti-vibratie en andere speciale vereisten, moet de fundering waarop de transformator is geïnstalleerd, worden ingebed met bouten en moet de transformator worden bevestigd met bouten en moeren.
3. Belangrijkste technische parameters
3.1 Nominale frequentie: 50Hz
3.2 Koelmethode: AN (AF) of volgens gebruikersvereisten
3.3 Shell-beschermingsgraad: IP20 of volgens gebruikersvereisten.
3.4 Verbindingsgroeplabel: Dyn11 of volgens gebruikerseisen.
3.5 Fasevolgorde van de transformator: van links naar rechts naar de hoogspanningszijde van de transformator gericht, is de hoogspanningszijde ABC en de laagspanningszijde a(o)bc.
3.6 Wikkelingsisolatieklasse: F-klasse of volgens gebruikersvereisten.
3.7 Insulation level
De stroomfrequentie die bestand is tegen spanning van producten van 10 kV-kwaliteit is 35 kV en de stootspanning is 75 kV. De voedingsfrequentie is bestand tegen de spanning van producten van de 20 kV-klasse is 50 kV, de stootspanning is 125 kV en de voedingsfrequentie is bestand tegen de spanning van producten uit de 30 kV-klasse is 70 kV en de stootspanning is 170 kV.
3.8 Temperatuurstijgingslimiet:
Temperatuur isolatiesysteem (C): 155. Maximale temperatuurstijging (k): 100.
4. Modelbeschrijving
5. Productsysteembeschrijving:
5.1 Temperatuurweergave en temperatuurregelsysteem
Dit product kan worden uitgerust met een temperatuurregelsysteem voor temperatuurweergave volgens de eisen van de gebruiker, en de functies zijn:
(1) Detecteer de spoeltemperatuur wanneer de transformator draait en geef deze weer;
automatisch.
(2) Stel de ventilator in om te starten en start de ventilator wanneer de spoeltemperatuur 80 °C bereikt (standaardwaarde, instelbaar).
(3) Alarm voor te hoge temperatuur, wanneer de spoeltemperatuur 130 °C bereikt (standaardwaarde, instelbaar), wordt een alarmsignaal afgegeven.
(4) Over-temperatuur trip, wanneer de omgevingstemperatuur van de lijn overschrijdt
150 °C (standaardwaarde, instelbaar), het uitschakelsignaal wordt uitgevoerd.
(5) Wanneer de ingestelde limiet van de signaalthermometer wordt overschreden, kan de ventilator worden
gestart en gestopt, de voeding kan worden afgesneden en de transformator kan worden beschermd.
5.2 KoelsysteemDe koelmethode is zelfkoelend (AN). Tijdens zelfkoeling is het uitgangsvermogen 100% en is kortstondige overbelasting toegestaan tijdens geforceerde luchtcirculatiekoeling (AF).
5.3 BeschermingsgraadAls de transformator niet is voorzien van een behuizing, is de beschermingsgraad IP00 voor gebruik binnenshuis; als de gebruiker het nodig heeft, kan het worden uitgerust met een behuizing, dat wil zeggen IP20 of IP30 of IP40 (wanneer de beschermingsklasse van de transformator hoog is, moet de transformator worden overwogen voor derating-werking).
Opmerking: De IP20-behuizing kan het binnendringen van vaste vreemde voorwerpen groter dan 12 mm voorkomen en een veiligheidsbarrière vormen voor het onder spanning staande deel. De beschermende schaal van IP30 kan het binnendringen van vreemde voorwerpen groter dan 2.5 mm voorkomen. 1P40-schaal kan voorkomen dat vreemde voorwerpen groter dan 1 mm binnendringen.
6. Productverpakking en transport
6.1 The products are divided into two types: open type (without protective cover) and protective type (with protective cover), which are usually transported by railway, waterway and highway. Switches, thermostats, air- cooling devices, external protective devices, etc. need to be packaged separately) or packaged as a whole for transportation. Cranes, winches or other corresponding transportation machinery can be used to lift and unload the products.
6.2 Tijdens het transport van het product moeten er regenwerende maatregelen worden getroffen om te voorkomen dat regenwater doordringt.
6.3 Tijdens het optillen en transporteren van producten met verpakkingsdozen, moeten de touwen aan de dwarsliggers op de vier hoeken van de bodem van de verpakkingsdoos worden gehangen en moeten de onverpakte producten worden opgetild met speciale hefinrichtingen, die 100 mm kunnen worden opgetild -150 mm van de grond eerst, en dan formeel opheffen.
6.4 Tijdens het transport mogen er geen hellingen zijn die groter zijn dan 15° op de transportlijn. Om ervoor te zorgen dat het voertuig de lading gelijkmatig kan dragen, moet het zwaartepunt van het product zich tijdens het laden op de verticale hartlijn van het voertuig bevinden. Om te voorkomen
verplaatsing en kantelen van het product tijdens transport, de richting van de lange as van het product moet consistent zijn met de transportrichting en het product moet stevig op het transportvoertuig zijn gebonden.
6.5 Bij laden en lossen zonder kraan dient te worden voldaan aan de veiligheidstechnische eisen en dient te worden gecontroleerd of het hefvermogen overeenkomt met het transportgewicht van het product.
6.6 Voor producten met een trolley die de gebruiker nodig heeft, wordt onderaan een trolley met rollen geïnstalleerd, die over het algemeen tijdens het transport wordt gelost om de stabiliteit van het producttransport te garanderen. Na aankomst op de bestemming wordt het gereset en geïnstalleerd vóór installatie. Producten met een karretje. Door de richting van de rolassen aan beide uiteinden van het frame met 90° te veranderen,
het product kan horizontaal of verticaal worden verplaatst.
6.7 Nadat het product op de bestemming is afgeleverd, moet de parkeertijd in transportstaat zoveel mogelijk worden verkort (vermijd parkeren in de open lucht). Voor installatie dient hij zoveel mogelijk op een overdekte, droge en geventileerde plaats te worden geparkeerd. Tegelijkertijd moeten maatregelen worden genomen om het product anti-diefstal, vochtbestendig en anti-stof, vuil, stoten, schade en vuil te maken.
7. Inspectie en acceptatie
7.1 Na ontvangst van het product moet de gebruiker de doos op tijd openen voor inspectie en acceptatie, controleren of de items op de paklijst compleet zijn, controleren of de transformator tijdens het transport is beschadigd, of de productonderdelen beschadigd en verplaatst zijn, en of de bevestigingsmiddelen los zitten, of de isolatie beschadigd is en of er sporen van vervuiling zijn, etc.
7.2 Controleer of de gegevens op het producttypeplaatje overeenkomen met de door de gebruiker opgegeven productspecificatie, capaciteit, spanningsniveau, aansluitgroeplabel, kortsluitimpedantie etc.
7.3 Nadat het product is uitgepakt en gecontroleerd, moet het, als het niet onmiddellijk in gebruik wordt genomen, opnieuw worden verpakt en op een veilige plaats binnenshuis worden geplaatst (antidiefstal, vochtbestendig, stofdicht, aangroeiwerend, antibotsing) om de opslag van het product te waarschuwen.
7.4 De acceptatie van de transformator wordt samen met de transportafdeling ondertekend op de bijbehorende opleveringsbrief. De overdrachtsbrief geeft de problemen weer die tijdens de inspectie zijn gevonden.
7.5 Als blijkt dat de verpakking en het product tijdens de inspectie ernstig beschadigd zijn, moeten de transport- en verzekeringsafdelingen onmiddellijk op de hoogte worden gebracht en moet de locatie worden bewaard voor verwijdering.
8. Visuele inspectie vóór installatie
8.1 Na het openen van de doos, verwijder de beschermkappen (indien aanwezig) om de externe staat te controleren, met bijzondere aandacht voor de mechanische integriteit van de spoel en de kern, de mate van samendrukking van de draadcirkel en de kern, en het aandraaien van de bouten buiten de verbinding.
8.2 Na inspectie moeten alle bevestigingsmiddelen en de compressiedelen van spoelen en ijzeren kernen in volgorde opnieuw worden vastgedraaid en mag niet worden losgemaakt.
8.3 Reset de gedemonteerde onderdelen in overeenstemming met de bepalingen van de technische fabrieksvoorwaarden en de relevante instructies van de complete set componenten Geïnstalleerd op het transformatorlichaam.
8.4 Voor stof en vuil op het product, probeer droge perslucht te gebruiken. In speciale gevallen, zoals reinigen met een doek, moet de doek droog, schoon en pluisvrij zijn.
8.5 Wanneer de opslagtijd lang is, er waterdruppels of ernstige condensatie op het oppervlak van de transformator zijn, moet u een droge behandeling ondergaan en de spoel kan worden gebruikt nadat de isolatieprestaties van de spoel zijn gekwalificeerd.
9. Inspectietest voor ingebruikname
9.1 Meet de gelijkstroomweerstand van de hoog- en laagspanningswikkelingen (of de gegevens overeenkomen met de gegevens in het fabriekstestcertificaat).
9.2 Controleer de aarding van de ijzeren kern (het aardingsstuk bevindt zich over het algemeen aan het einde van het onderste ijzeren juk of het bovenste ijzeren juk), controleer of de aarding betrouwbaar is, of er overlapping van vreemde stoffen is en of er een multi -punt aarding fenomeen.
9.3 Isolatieweerstand meten
Spanningsklasse | 10kV | 20kV | 30kV |
Hoogspanningsspoel naar laagspanningsspoel | ≥500MΩ | ≥800MΩ | ≥1000MΩ |
Hoogspanningsspoel naar aarde | ≥500MΩ | ≥800MΩ | ≥1000MΩ |
Laagspanningsspoel (0.4 V) naar aarde | ≥50MΩ | ≥50MΩ | ≥50MΩ |
Kern naar aarde | ≥5MΩ | ≥5MΩ | ≥5MΩ |
9.4 Bij het uitvoeren van de voedingsfrequentie die de spanningstest weerstaat, moet de draad van de temperatuurregelingsonde uit de draadbehuizing worden gehaald om te voorkomen dat de interne componenten van de thermostaat kapot gaan, en zelfs de storing van de transformatorspoel.
9.5 Controleer of het beveiligingssysteem in goede staat is.
9.6 De installatiepositie van de transformator moet minimaal 800 mm verwijderd zijn van de muur en andere objecten die de warmteafvoeromstandigheden beïnvloeden. Nadat de transformator is geplaatst, moeten de aardingsbouten worden aangesloten op het algemene aardingscircuit voor een betrouwbare aarding.
10. Netwerkbediening
10.1 Nadat het hulpbeveiligingsapparaat en het bewakingssysteem zijn geaard en gekwalificeerd, moet de transformator eerst onbelast draaien en nadat drie keer schokken zijn gesloten, moet het relaisbeveiligingssysteem worden gecontroleerd en aangepast.
10.2 Nadat het product de fabriek verlaat, worden de kraanposities van de hogedrukzijde aangesloten volgens de nominale waardepositie. Spanningsaanpassing is vereist tijdens bedrijf. Volgens de aftakkingsspanning die op het typeplaatje van het product wordt vermeld, worden drie fasen gelijktijdig aangepast op de overeenkomstige aftakking (wanneer er geen bekrachtiging en spanningsregeling is) en wordt de voeding van de transformator afgesneden.
10.3 De transformator gebruikt de thermostaat van de BWDK-serie en het temperatuurmeetelement is ingebed in het bovenste uiteinde van de laagspanningsspoel, die automatisch de respectieve werktemperaturen van de driefasige spoelen kan detecteren en weergeven. Wanneer de spoeltemperatuur de ingestelde temperatuur bereikt, kan de thermometer automatisch de ventilator starten, de ventilator stoppen, alarm, trip en de ingestelde temperatuur kan door de gebruiker worden aangepast.
11. Onderhoud
After the dry-type transformer has been running for a period of time, the power should be cut off and the following necessary inspections and maintenance should be carried out.
11.1 Controleer spoelen, sealdraden, kraanaansluitingen en bevestigingen in diverse onderdelen op beschadiging, vervorming, losraken, verkleuring, ontladingssporen en corrosie. meeteenheid.
11.2 Remove dust from the transformer. All parts that can be touched by hands should be wiped with a clean, lint-free dry cloth, etc., but no volatile cleaners should be used. For the hard-to-wipe parts inside the iron core coil, dry compressed air should be used to blow off the dust.
11.3 De transformator die is uitgerust met de ventilator moet ook het stof en vuil in de ventilator verwijderen (zorg ervoor dat u de bladen van de ventilator niet vervormt door beschadiging) en controleer het vet van de ventilatorlagers en vul deze aan of vervang deze indien nodig.
11.4 Nadat de inspectie en het onderhoud zijn voltooid, moet voordat de transformator weer in gebruik wordt genomen, zorgvuldig worden gecontroleerd of er metalen of niet-metalen vreemde stoffen zijn gevallen, in de spoel en ijzeren kern en op de isolerende delen.
12. Veiligheid is belangrijk
12.1 De voeding van de temperatuurregelaar (en de ventilator) moet worden verkregen via het schakelscherm, niet rechtstreeks aangesloten op de transformator.
12.2 Voordat de transformator in gebruik wordt genomen, dient het aardingssysteem van de transformatorruimte te worden gecontroleerd.
12.3 De deur van de transformatorbehuizing moet gesloten zijn om:
zorgen voor de veiligheid van het elektriciteitsgebruik.
12.4 Er dienen maatregelen te worden getroffen om te voorkomen dat kleine dieren de transformatorruimte binnenkomen om ongelukken te voorkomen.
12.5 Het personeel dient bij het betreden van de transformatorruimte isolerende schoenen te dragen, let op de veilige afstand tot het spanningvoerende gedeelte en raak de transformator niet aan.
12.6 Als blijkt dat het geluid van de transformator plotseling toeneemt, moet u letten op de belastingstoestand van de transformator en de spanning van het elektriciteitsnet, op de temperatuurverandering van de transformator letten en contact opnemen met het relevante personeel voor tijdig overleg.
12.7 De transformator moet 1-2 jaar regelmatig worden geïnspecteerd en onderhouden om de normale werking van de transformator te garanderen.
12.8 Het installeren, testen, bedienen en onderhouden van de
transformator moet worden uitgevoerd door gekwalificeerde professionals.